De Trulli van Alberobello

18 oktober 2019 - Novoli, Italië

Onderweg vanuit onze accommodatie valt ons op hoeveel olijfbomen er dood uitzien. De schade van de bacterie die sinds enkele jaren flink huishoudt in zuid Italië is goed te zien. De bomen, vaak ouder dan 100 jaar, zijn helemaal grijs met onderaan de stam wat nieuw groen blad. Triest om te zien. Er is nog geen oplossing maar veel boeren zagen de zieke delen van de bomen af (en verbranden deze direct). Een kale stam blijft over.

De oude kern de witte stad Ostuni is gebouwd op 3 heuveltoppen. De klim naar boven valt gelukkig mee en is absoluut de moeite waard. Alle huizen zijn wit, de straatjes zijn smal en wisselen van hoogte. Er zijn veel winkeltjes (met rommel voor toeristen, dat wel) en restaurantjes waardoor het er er gezellig is. Enkele deuren zijn blauw geschilderd met bloempotten ernaast, het doet ons aan Griekenland denken. 

We rijden door naar Alberobello, volgens de reisgids ook wel ‘smurfendorp’ genoemd. In de oude kern staan nl meer dan 500 trulli. Een trullo is een klein rond huisje met een kegelvormig dag, gebouwd uit losse stenen die boeren (vanaf ongeveer de 14de eeuw) uit de velden haalden, gestapeld zonder cement en zonder ramen. Dit werd zo gedaan zodat de bewoners hun trullo snel af konden breken voor de komst van de belastinginner. 

De trulli vind je alleen tussen de steden Bari, Brindisi en Tarente. Op sommige daken zijn symbolen getekend waarvan onduidelijk is wat de betekenis is. Het ziet er erg gezellig uit en de trulli zijn van binnen minder klein dan verwacht. 

Op het terras eten we orecchiette, een pastasoort die echt bij deze regio hoort. Gemaakt van durumtarwe in de vorm van een hoedje. Door met de duim in een klein schijfje pasta te duwen krijgt de orecchiette de herkenbare vorm. Het wordt gegeten met rapini (een soort broccoli) of met tomatensaus, we bestellen van beide een bord en het smaakt heerlijk!

Door naar Taranto, liggend aan de Ionische zee. 2600 jaar geleden had deze stad meer inwoners dan nu. Het is er druk en het nieuwe centrum is heel erg mooi opgeknapt.

Via een draaibrug (waar ook auto’s overheen kunnen) komen we op een eiland waar het oude stadscentrum zich bevindt. Het is oud maar ook vervallen en soms ook onbewoond. Aan de rand van het eiland is de vissershaven, veel gekleurde vissersboten sieren de kust. 

Een bijzondere stad met zoveel contrasten.

Moe maar voldaan schuiven we om acht uur aan tafel in onze accommodatie waar Ravi weer een heerlijke maaltijd voor ons maakt. 

Foto’s