Wonderschoon IJsland

Na een beetje te hebben uitgeslapen, ontbijten we in ons gezellige, maar niet zo warme huisje. Ik heb het binnen steeds net iets te koud maar Twan loopt in z’n t-shirt en korte broek rond. 

De auto is compleet bevroren en geeft aan dat het -10 graden is, zo voelt het ook! 

We vertrekken richting de Hraunfossar- en de Barnafoss watervallen. De route gaat door National Park Pingvellir; adembenemend mooi.Het gebied is een 6 x 40 km grote verzakking van de aarde (check Wikipedia voor de geschiedenis van dit gebied). De weg loopt rondom Pingvallavatn, een 84m2 km groot meer. Water stroomt vanonder het lavaveld het meer in. We draaien van de doorgaande weg af om dichter bij het water te komen. Ondanks dat rook van het water afkomt, voelt het water koud aan. De eenden die we verderop zien zwemmen hebben er blijkbaar geen last van. 

We rijden verder en zien ineens een zwart poolvosje over de weg lopen, die snel de struiken inschiet. 

De struiken en bomen die hier in het voorjaar en de zomer bloeien zijn nu kaal en bedekt met sneeuw, op de dennenbomen na. Er zijn een aantal stoppunten waar auto’s, en soms een bus geparkeerd staan. De wandelroutes leiden naar een waterval, het meer en het hoogste punt. Wij slaan dit voor nu over omdat we nog een stuk moeten rijden. Maar we komen zeker terug!

Wanneer we in de schaduw rijden geeft de auto dat het ondertussen -16 graden is. In de zon warmt het op naar -11. 

Als blijkt dat de doorgaande weg afgesloten is, besluiten we een stukje van de Golden Circle route te ‘doen’.

We starten bij kratermeer Kerid. Het meer is nu bevroren en alles is bedekt met sneeuw. De foto op de folder die we meekrijgen laat een prachtig donkerblauw meer zien in een krater van bruin zand met op veel plaatsen begroeiing, erg mooi. Zo zal het er in de zomer vast uitzien. Wij vinden het nu prachtig. Overal waar je kijkt is het wit. Het is helder weer en de zon schijnt fel op de sneeuw, het is zo mooi.We wandelen over de rand van de krater, glijden allebei een keer uit (niks aan de hand) en we lopen over het bevroren water in de krater. Een ervaring die we nooit meer vergeten. En dat voor 400 kronen, een koopje!

Daarna rijden we door naar Geysir en Strokkur. Dit zijn de 2 bekendste geisers in IJsland. Eenmaal aangekomen eten we eerst een kop soep met een kopje koffie. IJsland is duur, dat wisten we wel, maar we schrokken stiekem toch een beetje toen we € 27,70 moesten betalen. Het was overigens wel lekker. 

Geysir doet het alleen als er een aardbeving is geweest maar Strokkur geeft iedere 3 minuten (ongeveer) een fantastische show weg. Ik vind het zo’n bijzonder natuurverschijnsel dat ik het van 4 kanten heb gefilmd (want het zicht verschilt door de richting van de wind). Er lopen mini-beekjes met warm water. Op de bordjes staat waarschuwend dat het water tussen 80 en 100 graden is. Twan kan het niet laten om toch even te voelen: in de kleine beekjes is het water ijskoud maar in de buurt van de geisers is het lekker warm (handwarm). 

We lopen terug om nog een gebakje te eten met een glas bubbels erbij. Wat een mooie dag was dit!